Yucatan is zuiver en tijdloos Mexico
Wie ervan droomt een vakantie in Mexico door te brengen, denkt in eerste instantie aan badplaatsen zoals Acapulco, Cancun, Isla Mujeres of Puerto Vallarta. Zelf kozen we voor het net iets rustigere Playa del Carmen dat niet zo ver van de luchthaven van Cancun ligt. Het oord was van oorsprong een fraai traditioneel vissersdorp dat later – wanneer Cancun en Acapulco waren volgebouwd – uitgroeide tot een leuke vakantiebestemming. Omdat Playa del Carmen slechts geleidelijk groeide tot een redelijk kleinschalig stadje is de sfeer van de plaats voor een groot deel intact gebleven. Je vindt er geen extreme hoogbouw, geen schreeuwerige neonreclame aan het strand en niet het gevoel dat je over andere toeristen struikelt op het strand. Wie toch drukte wenst, kan die opzoeken aan de autovrije Fifth Avenue, de winkelstraat van Playa, maar anders heb je zeker voldoende rust en ruimte om optimaal te genieten. Wie de film “Against all odds” gezien heeft, weet hoe mooi deze Mexicaanse regio is.
Playa del Carmen – aan de Riviera Maya – is geen nieuwe stad. Al tijdens precolumbiaanse tijden diende Playa - dat toen nog Xaman-Ha heette - als vertrekplaats voor boten naar Cozumel. De Maya's trokken daarheen op bedevaart naar het heiligdom van de godin Ixchel, maar er bestonden ook handelsstromen tussen Playa en Cozumel. Net omdat Playa in Maya-gebied lag, zijn er voor de hedendaagse bezoeker ook aardig wat bezienswaardigheden om en rond het kuststadje.
Tulum is makkelijk te bezoeken vanuit Playa del Carmen. Wie niet zelfstandig op pad wil gaan, zal aan elke hotel-receptie wel brochures vinden van de tientallen reisagenten die excursies aanbieden naar Tulum. Dit dorpje van 10.000 inwoners ligt op een 12 meter hoge klif aan de Caraïbische Zee en is reeds bekend sinds 564. Maar de bloeiperiode was van de elfde tot de vijftiende eeuw. Tulum had een religieuze functie, maar was ook een handelscentrum dankzij de ligging aan zee én aan de Rio Motague. Op deze wijze werd zelfs handel gedreven met de binnenlanden van het huidige Guatemala.
Het archeologisch complex van Tulum is helemaal ommuurd, en één van de bouwwerken diende als een soort vuurtoren ten behoeve van de handelsschepen. Wanneer je uitgekeken bent op de prachtige gebouwen van Tulum kan je via een trapje van de klif afdalen naar het strandje dat ook bij de Mexicanen erg populair is.
Wie ondergedompeld wil worden in de Maya-wereld moet het complex van Chichen Itza bezoeken
Ontelbare ondergrondse riviertjes
Een aantal reisagenten combineert een bezoek aan Tulum met een stop in Xel-Ha: een waterpretpark niet zo ver van de archeologische site. Hier kan je, zo je dat wenst, zelfs met dolfijnen zwemmen in een enorme vijver, die met zeewater is gevuld. Water speelde overigens een zeer belangrijke rol in het dagdagelijkse leven van de Maya's. Eén van de meest opvallende natuurlijke wonderen van Yucatan zijn de ontelbare ondergrondse riviertjes en meren: de cenotes. Ruw geschat zouden er – verspreid over heel Yucatan – zo'n 6.000 ondergrondse meertjes liggen waarvan er 2.400 in kaart werden gebracht.
De ondergrond van het schiereiland bestaat hoofdzakelijk uit kalksteen zodat het water zich makkelijk een weg kon banen onder de jungle die hier ooit het land bedekte. Het water van de cenotes is kristalhelder met een licht turquoise kleur en een aangename temperatuur van ongeveer 25°. Daarom worden vele van de cenotes nu gebruikt als ondergronds zwembad voor de bezoekers. Het invallende kaleidoskopische zonlicht, gefilterd door overhangende begroeiïng, zorgen voor een magisch schouwspel.
Een aantal grotere cenotes met ver vertakte grotten en ondergrondse rivieren kan overigens door ervaren duikers bezocht worden. Maar voor de Maya's hadden ze een heel andere betekenis. In eerste instantie leverden de cenotes drinkbaar water, en daarom werden de meeste steden – zoals ondermeer Tulum - nabij een grote cenote gebouwd. Daarnaast vonden de Maya's – net als wij – dat de cenotes een bijna 'magische plek' waren zodat vele erediensten rondom de ondergrondse meertjes plaats hadden. Voor de Maya's was de cenote ook de toegangspoort tot de onderwereld.
Valladolid
Wie ondergedompeld wil worden in de wonderlijke Maya-wereld kan niet anders dan voor enkele dagen Playa te verlaten om zelf op verkenning uit te trekken. Op weg naar het wereldberoemde complex van Chichen Itza maken we eerst een stop in Valladolid, een kleine stad in Yucatan. In 1543 stichtte de Spaanse conquistador, Francisco de Montejo, deze stad die hij vernoemde naar de Spaanse stad met dezelfde naam.
Valladolid is gebouwd op de restanten van een oude Maya-stad die vroeger Zaci-Val heette. De gebouwen van de Maya's werden gesloopt en de stenen werden gebruikt voor de Spaanse gebouwen. Dit werk moesten de Maya's zelf onder dwang van de Spaanse troepen uitvoeren. Valladolid was tot in de negentiende eeuw de op twee na belangrijkste stad van Yucatan (na Merida en Campeche). Na 1840 woedden er felle gevechten tussen het Mexicaanse leger en de Maya-troepen die streden voor een onafhankelijke republiek Yucatan. Tijdens deze oorlog werden grote delen van Valladolid vernield. De belangrijkste bezienswaardigheden die resten, zijn de San Gervacio kathedraal en het marktplein met zijn overdekte boekenmarktje nabij het stadhuis. Ook het franciscaanse San Bernardino de Siena- klooster is zeker een bezoekje waard.
Zo'n 25 km ten noorden van Valladolid ligt – verscholen langs de baan tussen Valladolid en Cancun - de prachtige archeologische site van Ek Balam. In Maya-taal betekent Ek Balam zoveel als 'zwarte jaguar'. Je gaat deze bestemming waarschijnlijk nog niet in je reisgids vinden, want ze werd slechts in de late tachtiger jaren in kaart gebracht terwijl de restauratie slechts rond 1997 begon. Veel toeristische infrastructuur zal je dus nog niet vinden, en je kan dan ook best een fris drankje meebrengen, want die zijn ter plaatse nog niet te koop. De schitterende en goed bewaarde gebouwen en beeldhouwwerken die dateren van 700 tot 1.200 na Christus verschillen volledig van andere Maya-kunstwerken. De grote toegangspoort tot de stad ligt aan een kruispunt van wegen die ooit Ek Balam verbonden met andere Maya-steden zoals Chichen Itza.
De gigantische grote tempel – één van de grootste in Centraal Amerika - is versierd met prachtige en goed bewaard gebleven fresco's en sculpturen. Dit sierstuk van de acropolis telt zes verdiepingen. Vanop het dakterras kan je mijlen ver in de omtrek kijken. Bij goed weer zie je in de verte zelfs de ruïnes van die andere Maya-stad: Coba. Een andere tempel heeft een ingang in de vorm van een drakenkop en diende waarschijnlijk als 'toegangspoort tot de onderwereld'. Er zijn overigens verschillende aanwijzingen dat de Maya's hier ooit bloedoffers brachten...
Chicken Itza: nieuw wereldwonder
Vanuit Ek Balam vertrekken we naar die andere wonderlijke stad van de Maya's: Chichen Itza. Je kan hier best niet te vroeg aankomen. De meeste excursiebussen vertrekken vanuit Playa del Carmen of Cancun in de vroege morgen en komen rond het middaguur aan in Chichen Itza. Dan volgt de 'traditionele bestorming door souvenirverkopers' en gaan de toeristen nog eerst lunchen in het restaurant naast de site. Op dat ogenblik is het snikheet op de site en kan je weinig genieten van deze prachtige plaats. Veel beter kom je 's avonds aan en ga je logeren in het Mayaland Hotel & Bungalows. Dit schitterende jungle-resort ligt midden in het archeologische park van Chichen Itza, omgeven door prachtige tuinen en drie buitenzwembaden. De tuin van het hotel grenst aan het Maya-complex zodat je 's morgens vroeg reeds vanuit je hotel de site kan binnenwandelen om er ongestoord enkele zalige uren door te brengen alvorens de afgeladen toeristenbussen arriveren. De autochtone Maya-medewerkers van het hotel kunnen je op verzoek informatie geven over de archeologische bezienswaardigheden en de lokale cultuur.
In 2007 werd Chichen Itza tot één van de New 7 Wonders of the World gekozen: een titel die het zeker verdient. Het was één van de belangrijkste steden van de Maya's, maar wanneer ze juist werd gesticht is niet geweten. Oorspronkelijk werd gedacht dat ze in 987 werd gesticht door Topiltzin Quetzalcoatl, maar vermoedelijk is de stad ouder en werd ze in 987 door Topiltzin veroverd. Rond die tijd eindigde de Klassieke Tijd van de Maya's en veel van de steden van het zuiden (zoals Coba en Yaxuna) kwamen leeg te staan. In Chichen Itza werd daarom een andere staatsinrichting gehanteerd die meer op collectief leiderschap neerkwam. Bovendien stond de staat meer open voor het burgerschap van mensen uit andere streken die veroverd werden. Zo werd Chichen Itza het centrum van een groter rijk dan de Maya's tot dusver hadden gekend.
De gebouwen van Chichen Itza staan gegroepeerd in series van gelijke architectuur, en elke set was vroeger gescheiden van de andere door lage muurtjes. De best gekende complexen zijn het Grote Noordelijke Platform (met El Castillo, de Tempel van de Krijgers en het Grote balveld), de Osario groep (met de Pyramide en de Tempel van Xtoloc) en de Centrale Groep (met de Caracol, Las Monjas en Akab Dzib).
De gevederde slangengod Kukulkan
Het Noordelijke Platform wordt gedomineerd door de Tempel van Kukulkan (die gewoonlijk als El Castillo wordt aangeduid). De pyramide is ruim 30 meter hoog, en tot voor enkele jaren mocht je ook de treden beklimmen. Na een dodelijk ongeval waarbij een toerist omkwam, werden de trappen echter gesloten voor het publiek. In de dertiger jaren financierde de Mexicaanse regering verder onderzoek van de pyramide. Na opgravingen aan de voet van het monument ontdekte men een trap aan de noordelijke zijde. Toen die werd uitgegraven, kwam men tot de bevinding dat El Castillo gebouwd is op de overblijfselen van een oudere tempel.
In die tweede tempel werd een kamer ontdekt met een beeld in de vorm van een jaguar (een Chac Mool beeld in Maya taal). Het beeld was rood geschilderd met witte vlekken en was belegd met jade. In 2006 werd de kamer met het beeld jammer genoeg gesloten voor het publiek, maar andere Chac Mool beelden kunnen in openlucht bewonderd worden. Wie Chichen Itza bezoekt tijdens de lente- en herfst-zonnewende zal merken dat aan de westelijke trap op de noordzijde van de pyramide een schaduwspel optreedt dat een slangenvorm projecteert op de trappen. Volgens onderzoekers zou deze schaduw door de Maya's zijn beschouwd als de afbeelding van de gevederde slangengod Kukulkan.
Het complex van Chichen Itza omvat dertien velden voor balspelen. Het grootste veld is ruim 168 meter lang bij een breedte van 70 meter. Het veld is omgeven door muren van wel 8 meter hoog met relieftekeningen die het verloop van een balspel weergeven. Blijkbaar moesten beide ploegen met een soort stick proberen de bal door een ring te slaan die hoog boven de grond in de muur verankerd zat. Volgens lokale overleveringen zou de verliezende ploeg na het spel aan de goden geofferd worden in de tempel, maar of dit strookt met de werkelijkheid is helemaal niet zeker.
Wil je Chichen Itza helemaal bezoeken en toch de grootste hitte ontlopen, dan kan je dus best in de vroege morgen gaan (voor het te druk wordt), even lunchen in het nabijgelegen hotel, en terugkeren in de late namiddag wanneer het minder warm wordt. Een hele dag heb je hoe dan ook nodig om deze wonderlijke site in al zijn glorie te aanschouwen. Heb je de gelegenheid, sluip dan ook even stiekem binnen wanneer de zon ondergaat achter de grote pyramide. Het complex is dan officieel wel gesloten, maar met een beetje geluk staat er nog een poortje open en kan je even ongezien naar binnen voor die ene ultieme foto ...
Rio Lagartos
Na onze avonturen bij de Maya's staat nog één uitstap op het programma...naar Rio Lagartos, op circa anderhalf uur rijden van Chichen Itza. Zoek niet in de reisfolders van onze touroperators want de bestemming is er zeker niet vermeld. We ontdekten dit gebied bij toeval toen wij in de wachtzaal van een dokter enkele oude tijdschriften doorbladerden. Rio Lagartos heeft de grootste en belangrijkste mangrovebossen in Yucatan: een ideale afsluiter voor een gevarieerd verblijf. Het dorpje Lagartos wordt zeker niet overstelpt door toeristen want er is slechts één bed and breakfast met juist geteld vier kamers! Maar die zijn wel perfect in orde, en ook het visrestaurantje dat toebehoort aan de eigenaar van de b&b is gewoonweg schitterend. Een vloer van zand, plastic tafeltjes met rood-en-witte tafellakens, plastic stoelen en een grote ventilator aan het plafond. Wil je vis eten (en dat is wel de bedoeling als je in een vissersdorp bent), dan gaat de eigenaar vlug met zijn hengel naar buiten om wat verse vis te halen ...onder het waakzame oog van tientallen pelikanen en aalscholvers die graag hun deel van de buit opeisen.
Het mangrovegebied van Rio Lagartos bezoek je best met een motorbootje, ook al eigendom van Diego Nunez die ook de b&b en het restaurantje uitbaat. Overigens ijvert hij voor verantwoord ecologisch toerisme in het gebied ter aanvulling van de schamele inkomsten uit de visvangst. Wanneer je met hem de mangrove invaart, kom je plots in een andere wereld. Honderden roze flamingo's wandelen statig voorbij je bootje, zonder angst voor de bezoekers. Visarenden wachten geduldig op hun prooi, spiedend in een hoge boomtop. Reigers, ibissen en lepelaars vonden hier een thuis. Een eenzame krokodil ligt te zonnen op de oever ...Omdat het zoute zeewater van de Golf van Mexico zich hier mengt met het zoete rivierwater is het dierenleven hier bijzonder rijk. Na je watersafari kan je dan nog vlug een 'maya-bad' nemen in één van de vele poelen. Je smeert je huid vol mineraal-rijke klei en laat die drogen in de zon terwijl je terugvaart naar het dorp. Net voor je aankomt kan je nog een frisse plons maken in de lagune om alles weer af te spoelen om dan netjes aan tafel te verschijnen voor je avondmaal. En wat staat er op het menu ? U raadt het al: allerlei gerechten met dagverse vis en schelpdieren, en niet te vergeten: de overheerlijke kreeft.