Goede tafelmanieren zijn een bewijs van beschaving

Auteur: 
Redactie
< >

Tafelmanieren, etiquette of gedragsregels zijn een beetje uit de mode geraakt. Vroeger maakte dit onderdeel uit van onze opvoeding. Vandaag blijken vele algemene gedragsregels net meer van toepassing. Nochtans, wie beschaafd met ons cultuurerfgoed omspringt, wint aan prestige en aanzien. Wat is er toch gebeurd met de toepassing van onze gedragsregels? Tijdens feestelijkheden valt het vaak op hoe achteloos mensen omspringen met “fatsoenlijke” gedagsregels. Wat leert de etiquette ons?

De evolutie van de tijd werkt niet altijd fatsoenlijke gedragsregels in de hand. Iedereen zal zich uit zijn kinderjaren herinneren hoe onze ouders – of opvoeders – te keer gingen wanneer we niet mooi met vork en mes aten. Ons werd geleerd dat we niet met volle mond mochten praten, dat we niet mochten blazen bij warm eten (wel roeren in het bord), dat we geen eten op het bord mochten prakken (maar wel voorzichtig opscheppen) en dat we zeker niet te veel op ons bord mochten opscheppen. Beter was om eventueel een tweede bord deels te vullen nadat het eerste bord leeg was, eventueel nadat de gastheer of -vrouw hadden gevraagd of we nog wat lustten.
De gedekte tafel

Hoe ziet een gedekte tafel eruit? Links van het bord komen de vorken te liggen, rechts van het bord de messen en eventueel de lepel. De volgorde van het bestel is belangrijk. De volgorde staat in functie van de opgediende gerechten. 

Het eerste gerecht heeft het eerste bestek (langs de uiterste kant rechts en links) nodig. Je begint altijd met het bestek dat aan de buitenkant ligt en je werkt naar binnen toe.

Voor het bord wordt plaats gemaakt voor boter, een brood bordje, een glas water, een glas voor witte wijn en een groter glas voor rode wijn.

De houding aan tafel is rechtop. Als je niet eet, is het de bedoeling dat je de handen op de schoot houdt of met de polsen op de rand van de tafel rust. Ellebogen mogen alleen op de tafel rusten tussen de gangen door wanneer de borden zijn opgehaald, nooit tijdens het eten. 

Gebruik de servet die aangeboden wordt. Leg de servet op de schoot. Een kleine servet kan je openvouwen, een grotere servet houdt men best half gevouwen met de vouw naar je toe. Wanneer je de tafel verlaat mag je de servet los gevouwen aan de linkerkant van je bord achterlaten, nooit op je bord.

Nadat de beschaving zovele jaren inspanningen gedaan heeft om tafelmanieren vast te leggen, netjes met mes en vork te eten, zij er fastfoodketens die meenden deze gedragsregels te veranderen. In de meeste fastfoodrestaurants kan men alleen maar met de handen eten. 

Voor we aan tafel gaan is het een bewijs van opvoeding en gezond verstand om eerst de handen te wassen.

Wie zit waar?

Bij een formeel diner horen de plaatsen als volgt ingedeeld te zijn:

• De mannelijke eregast zit rechts van de gastvrouw.
• De man die daarna het belangrijkst is zit links.
• De vrouwelijke eregast zit rechts van de gastheer.
• De vrouw die daarna het belangrijkst is zit links.
• Mannen en vrouwen horen om en om te zitten.
• Paren worden gescheiden.
• Ronde tafels geven ieder een gelijkwaardige plaats.
• Naamkaartjes kunnen ook de plaatsen aangeven.
• Mannen horen de stoel van dames aan te schuiven en op te staan als de
dame de tafel verlaat of terugkeert.

Tafelmanieren

Aan tafel gelden enkele gedragsregels die velen wel eens durven vergeten. Bijvoorbeeld:

• Als je uitgenodigd wordt bij iemand te gaan eten of door iemand wordt 
uitgenodigd om uit eten te gaan, wacht dan altijd tot de gastheer/gastvrouw start met eten of aangeeft dat er gegeten kan worden. 

• Kauw en slik het voedsel door voordat je een slok van je drinken neemt.
• Schraap niet uitgebreid je bord schoon.
• Als je naar het toilet wilt, je handen wilt wassen enz., excuseer jezelf dan. Vraag niet aan mensen waar ze heen gaan of wat ze gaan doen als ze zich excuseren. Deze vorm van bemoeizucht is ongepast.
• Ben je klaar met een gerecht, leg dan soeplepels, theelepels en dessertlepels aan de rand van je bord of schotel. Laat ze niet in de kom of op kop staan.
• Duw borden niet van je af wanneer je voldoende hebt gegeten en ga ze ook niet opstapelen om aan te geven dat je wil opruimen terwijl anderen nog volop aan het eten zijn..
• Leg mes en vork als je klaar bent in de (tien over vier) positie, met het mes aan de buitenkant en de vork aan de binnenkant. Of leg het bestek naast elkaar in het midden van je bord, de vork met de tanden naar beneden, en het mes rechts, met de snijkant naar de vork toe.
• Doe geen zout, peper of sauzen op je eten voordat je het geproefd hebt.

Hoe beter de genodigden aan tafel rekening houden met de gangbare gedragsregels, hoe aangenamer het verloop van het samenzijn zal ervaren worden.

Gil Berthe